Op dit moment heerst er onder paarden van paardenhouders in Nederland het zogeheten Rhinovirus. We hoeven ons echter geen zorgen de maken over de vele koniks die we in tal van natuurgebieden tegen komen. De kans dat zij besmet zijn met het virus is klein, bovendien hebben zij een hoge weerstand. Wel geldt het advies om de dieren niet aan te halen of te voeren.
Rhinopneumonie, oftewel het Rhinovirus, kan bij paarden griepachtige verschijnselen, abortus of verlammingen veroorzaken. Besmetting vindt plaats via de luchtwegen en door direct contact met andere paarden. Het voorkomen van contact met besmette paarden is de belangrijkste preventieve maatregel.
Koniks die in de vrije natuur leven, leven over het algemeen strikt gescheiden van andere gehouden paarden. Hoewel toch al niet toegestaan, geldt het advies om de vrij levende koniks niet aan te halen of te voeren, dit om eventuele indirecte besmettingen te voorkomen. De kans dat vrij levende koniks besmet zijn is redelijk klein. Door hun natuurlijke levenswijze hebben ze bovendien een hoge weerstand. Verschillende natuurbeheerders die te maken hebben met vrij levende koniks houden de ontwikkelingen goed in de gaten.